1. Rekening houdend met de aard van de pensioenregeling dragen lidstaten er zorg voor dat elke IBPV die op hun grondgebied geregistreerd is of een vergunning heeft verkregen:
a) | toekomstige deelnemers ten minste de in artikel 41 bedoelde informatie verstrekt; |
b) | deelnemers ten minste de in de artikelen 37 tot en met 40, 42 en 44 bedoelde informatie verstrekt, en |
c) | pensioengerechtigden ten minste de in de artikelen 37, 43 en 44 bedoelde informatie verstrekt. |
2. De in lid 1 bedoelde informatie:
a) | wordt regelmatig bijgewerkt; |
b) | is op duidelijke wijze geschreven in heldere, bondige en begrijpelijke taal, waarbij jargon en technische termen worden vermeden wanneer in plaats daarvan alledaagse woorden kunnen worden gebruikt; |
c) | is niet misleidend. Er wordt zorg gedragen voor de consistentie, zowel wat woordgebruik als wat inhoud betreft; |
d) | wordt op zodanige wijze gepresenteerd dat zij gemakkelijk leesbaar is; |
e) | is beschikbaar in een officiële taal van de lidstaat waarvan het voor bedrijfspensioenregelingen geldende sociale en arbeidsrecht van toepassing is op de betreffende pensioenregeling, en |
f) | wordt de toekomstige deelnemers, de deelnemers en de pensioengerechtigden kosteloos ter beschikking gesteld in elektronische vorm, onder meer op een duurzame gegevensdrager of op een website, dan wel op papier. |
3. De lidstaten kunnen nadere bepalingen betreffende aan toekomstige deelnemers, deelnemers en pensioengerechtigden te verstrekken informatie vaststellen of handhaven.